Fraser Island Adventures

Na weken van uitstellen vanwege het slechte weer, kunnen we eindelijk naar Fraser Island vertrekken. Waar we in een 4x4 Toyota Landcruiser een beetje over het eiland gaan crossen.
Dus verlaten we Bundaberg en rijden zo'n 100km naar Hervey Bay. Hervey Bay is niet echt om over naar huis te schrijven, dus doe ik dat ook niet. We verblijven daar in een hostel wat Kookaburra's heet. 's Avonds komt er een of andere vage kerel met een baard, een bril van 3 cm dik, en armen vol tattoo's ons vertellen wat ons te wachten staat. Hij verteld ons vooral wat er allemaal wel niet mis kan gaan en dat er "the other day" een auto over de kop sloeg waarbij een meisje overleed en iemand verlamd raakte. Echt vrolijk werden we er niet van en de meeste mensen wilden alweer opstappen om de trip te cancellen. Zeker de Nederlanders toen ze hoorden dat als je de door zout water rijdt, je een boete krijgt van $1000AUD. Dat is namelijk best wel lastig als je 90%procent van de tijd op het strand rijdt. Maarja we gaven de moed niet op.
De volgende dag werden we opgehaald door een busje en reden we naar de garage om de wagen op te halen. Met de 4x4 reden we naar de ferry, die ons naar Fraser Island bracht. Mark reed de eerste dag, tegen al mijn verwachtingen in reed hij best OK. De eerste dag gingen we naar Lake Bassin. Dat is een heel mooi helder blauw meertje in het midden van het eiland. Het was wel een uur door de bush lopen maar dat was het cker waard.
Daarna gingen we verder naar Eli Creek. Dat is een riviertje met het schoonste water van Australie, dus daar hebben we ff onze flessen gevuld. Toen werd het tijd om een plek te zoeken om te overnachten. Die vonden we in de de duinen niet ver van Eli Creek. 's Avonds was er muziek, werd er gedronken en gitaar gespeeld (dat is alles wat ik nog weet). Haha nee het was hartstikke gezellig. Maar de volgende morgen moesten we er om 7uur weer uit. Dat was wat minder. Nu was het Jamie's beurt om te rijden. Helaas had Jamie wat minder talent in het offroad rijden dan Mark, dus moest ik het na een uurtje weer overnemen. Die dag zijn we naar Indian Heads gereden. Dat is een grote rots die op het hoofd van een indiaan zou moeten lijken, vond ik niet dus. Je had er wel een heel mooi uitzicht naar welke kant je ook keek, links, rechts, omhoog of omlaag. Daarna gingen we naar de Champagne Pools, misschien overschatte ik het iets te erg vanwege de naam. Maar het was wel OK. Lekker gezwommen daar en en zijn toen weer weggaan. Op weg naar nog een keer Eli Creek om onze flessen te vullen en naar het dorpje op het eiland omdat de vrouwelijke Mussolini aan boord perse 3 kopjes wilde afwassen. Maar goed nadat zij iemand had gevonden die ze voor der af wilde wassen waren we een uur verder. En moesten we maar weer eens een plek zoeken om te overnachten. Dat was niet zo makkelijk aangezien het al donker werd en het vloed aan het worden was. Maar na veel ruzies achterin, vond ik eindelijk een plekje. En was het weer feest, totdat we de volgende morgen merkten dat de Dingo's onze eskies hadden opengemaakt en al het eten op hadden gegeten inclusief verpakkingen. Maarja dat lieten we de pret niet bedreven. Dus gingen we op weg naar Lake Wabby. Dat was een meertje omgeven door hoge duinen.Het water was groen, maar het was lekker. We renden met zijn alle de duinen af het water in. Heel verfissend. Daarna gingen we naar Lake McKenzie. Dat meer is wat meer toeristisch. Bij de andere meren waren we de enige bezoekers. Maar bij dit meer stonden er bussen en overal jeeps. Het meer leek op Lake Bassin maar was veel groter. Hier hebben we 3 uur gelegen en gezwommen, was heerlijk. Daarna moesten we helaas weer naar de ferry om weer terug te keren naar Hervey Bay.
In Hervey Bay bleven we nog ff een nachtje slapen in Kookaburras. Nadat we op het strand nog ff wat hadden gedronken met zijn allen.
De volgende dag reden we terug naar Bundaberg. En de dag daarna weer werken...